terug

Keuzestage Klinische farmacologie

Klinische farmacologie

Duur
4 maanden
Wat gaat de aios leren?

Aan het eind van je stage heb je bovengemiddelde kennis in de farmacotherapie en toxicologie op het gebied van patiëntenzorg en onderwijs. Dit betreft kennis op het gebied van de farmacokinetiek en –dynamiek in het algemeen en bij specifieke patiëntpopulaties met een veranderde farmacokinetiek of –dynamiek in het bijzonder. Je bent in staat om deze kennis toe te passen en door onderwijs te verankeren in de zorg. Je herkent over- en onderhandeling, bijwerkingen en verspilling en weet in dergelijke gevallen het beleid op de juiste manier aan te passen. Daarnaast heb je enig inzicht in de beleidsmatige aspecten rond geneesmiddelen waaronder de goedkeuring van wetenschappelijk onderzoek met geneesmiddelen, de noodzakelijke procedures voor registratie van geneesmiddelen en de vergoedingenstructuur rondom dure geneesmiddelen.

De voornaamste medische competenties die in de stage aan bod komen staan hieronder beschreven.

  • Aan de hand van farmacokinetiek en dynamiek een advies kunnen geven over de dosering van geneesmiddelen.
  • Problemen in farmacokinetiek (absorptie-distributie-metabolisatie-eliminatie) en -dynamiek kunnen identificeren en de behandeling hierop aanpassen.
  • Bij geneesmiddelenreacties een adequate behandeling inzetten.
  • Onderwijs geven over de klinische farmacologie aan de hand van farmacokinetiek en -dynamiek.
  • Samenwerking met de ziekenhuisapotheek en openbare apotheek.
Hoe ga ik leren?

De klinische farmacologie een discipline- en daarmee afdelings-overstijgend specialisme. De afdeling interne geneeskunde vormt daarbij samen met de afdeling geriatrie en de ziekenhuisapotheek de thuisbasis van het deelspecialisme. Daarnaast is er betrokkenheid van een groot aantal andere afdelingen binnen en ook buiten het UMC Utrecht. Bij sommige stageonderdelen ben je direct betrokken bij de patiëntenzorg (zoals de geneesmiddelenovergevoeligheid-poli en de Medium Care interne geneeskunde), tijdens andere onderdelen heb je een ondersteunende / adviserende rol. Daarnaast kun je tijdens de stage klinische farmacologie een beeld krijgen van geneesmiddelenbeleid en geef je farmacologieonderwijs aan studenten en coassistenten.

Tijdens meerdere stageonderdelen zal je werkzaam zijn binnen de afdeling interne geneeskunde. Voorbeelden daarvan zijn het geven van farmacologische adviezen tijdens de wekelijkse grote visite op de verpleegafdeling en het beoordelen van patiënten met een intoxicatie of een geneesmiddelenbijwerking op de medium care en de SEH. Ook de afdeling klinische geriatrie heeft een actieve rol in zowel organisatie als begeleiding van onderwijs in farmacologie & farmacotherapie met een focus op problemen in relatie tot delirium en cognitieve stoornissen, polyfarmacie en medicatieveiligheid bij ouderen. De apotheek is op haar beurt verantwoordelijk voor het verstrekken van geneesmiddelen voor de individuele patient met daarbij zo nodig de bereiding, begeleidende adviezen en bewaking van het geneesmiddelenbeleid. Vaak gaat het om complexe patiënten met eveneens complexe farmacotherapie welke gekenmerkt wordt door off-label gebruik van geneesmiddelen en experimentele farmacotherapeutische behandelingen. Derhalve is er ook een nauwe samenwerking met de apotheek tijdens de stage, waarbij het noodzakelijk is diverse activiteiten bij de apotheek te verrichten.

Zowel in het curriculum van CRUplus als in het curriculum van SUMMA is er een aparte leerlijn farmacologie en farmacotherapie ingevoerd die als een rode draad door het gehele medisch curriculum loopt. Samen met deze en andere docenten lever je een belangrijk aandeel in het klinisch farmacologisch onderwijs binnen en soms ook buiten de faculteit, bijvoorbeeld op de landelijke COIG-dag Farmacologie in het kader van de (voor)opleiding tot internist, cardioloog, longarts, reumatoloog, geriater en MDL-arts. Daarnaast is het mogelijk om wanneer de gelegenheid zich tijdens de stage voordoet op facultatieve basis betrokken te zijn bij regionaal of landelijk geneesmiddelenbeleid, zoals een introductiebijeenkomst bij het CBG, het bijwerkingencentrum LAREB of de METC.

Alle opleidingsonderdelen in deze instelling