Klinische presentaties:
Veel voorkomende klinische problemen bij patiënten met een bekende (gemetastaseerde) maligniteit: trombose en embolie, verhoogde bloedingsneiging, thoracale pijn, anemie, koorts, dyspnoe, dorst en polyurie, huidafwijkingen, icterusklachten van bovenste tractus digestivus, veranderd defaecatiepatrooon, buikpijn, chronische vermoeidheid, verwardheid, bewustzijnsdaling en coma, acute neurologische uitvalsverschijnselen, anorexie, klierzwellingen.
Leerdoelen:
De AIOS doet zowel op de afdeling, als de polikliniek kennis op van de diagnostiek, behandeling en zorg voor patiënten met oncologische aandoeningen. Daarbij zijn de organisatie van het (poli-)klinisch werk, de samenwerking met andere hulpverleners, multidisciplinair overleg en de communicatie met patiënt en familie van groot belang. Inzicht wordt verkregen in therapeutische (on)mogelijkheden van de medisch oncoloog en andere oncologische specialisten. Hierbij is specifieke aandacht voor de zorg van de oudere oncologische patiënt en de rol van het CGA.
Medisch handelen:
- patiënten met een vermoeden op, dan wel recent vastgestelde maligniteit
- adequate diagnostiek en stadiering
- onder supervisie opstellen en bespreken van een oncologisch behandelplan
- inbrengen patiënten casus in MDO/IKA besprekingen
- begeleiden van patiënt en zijn naasten
- herkennen en behandelen van toxiciteit chemotherapie/targeted therapy
- palliatieve zorg met aandacht voor symptoom en pijnbestrijding
Communiceren: begeleiden van patiënten en hun naasten, shared decision making.
Samenwerken: Adequaat leren functioneren binnen een multidisciplinair team.
Wetenschap: Tijdens de stage wordt kennis opgedaan van de vereisten voor patiëntgebonden onderzoek door deelname aan de poliklinische research bespreking en betrokkenheid bij lopende patiënten studies.
Maatschappelijk handelen: begrip van dure geneesmiddelen, kosten in oncologische zorg. Transmurale samenwerking met huisartsen, verpleeghuizen en hospice.
Organiseren: het combineren van klinische, poliklinische en consultatieve taken ten behoeve van de oncologische zorg.
Reflecteren: inzicht in eigen emoties, normen en waarden rondom vragen ten aanzien van levenseinde en keuzes met betrekking tot wel/ niet behandelen.
