Als differentiant maak je in overleg met jouw stagebegeleider en opleiders een individueel differentiatieplan. Dit differentiatieplan geeft invulling aan jouw eigen differentiatiestage. Je kunt hierbij de focus leggen door te verdiepen binnen bovenstaande EPA’s, echter word je ook uitgedaagd om zelf je eigen EPA op te stellen, uit te werken en hieraan invulling te geven. Daarnaast is er voldoende mogelijkheid om te participeren in verschillende werkgroepen, bijvoorbeeld de Expertisegroep Benigne Gynaecologie of Bekkenbodem. Ook wordt deelname aan cursussen en congressen, die binnen het individuele leerplan passen, gestimuleerd en ondersteund.
Het concrete weekrooster zal in samenspraak met de AIOS worden uitgewerkt, daarbij rekening houdend met het individuele opleidingsplan en specifieke wensen voor de invulling van differentiatietaken.
De AIOS die een differentiatiestage volgt, besteedt 1/3 tot 2/3 per week tijd aan de differentiatie en de overige tijd wordt besteed aan consolidatie van de basisvaardigheden. Bovendien is de frequentie van de diensten voor deze AIOS maximaal 20%. In het individuele differentiatieplan wordt ook beschreven welk onderwerpen binnen welke thema’s verdieping krijgen tijdens de differentiatie. Binnen LOGO en Reconcept kan een differentiatie EPA worden samengesteld door de differentiant in overleg met de stagebegeleider.
In het Zuyderland krijgt elke AIOS 1 differentiatie dag (indien ≥0.8 fte werkzaam) per maand om geheel vrij in te vullen naast het bestaande differentiatie programma. Deze dag kan op individuele wijze ingevuld worden om verdieping te geven aan de differentiatie fase. Deze dag kan deels ingevuld worden door te werken binnen een bepaald thema van de differentiatie of kan ingezet worden om mee te kijken met eventuele andere disciplines binnen de differentiatiestage (chirurgie, urologie etc.). De invulling van deze dagen dienen inhoudelijk voorgelegd te worden aan de stagebegeleider. Indien er geen invulling is < 2 weken voor de differentiatie dag, dan zal evt. een andere invulling in de vorm van poli worden ingevuld.
De stagebegeleider van deze differentiatiestage is Jorik Vellekoop. De opleiders, Martine Wassen en Nicol Smeets, zijn daarnaast ook betrokken bij de invulling en het waarborgen van een gedegen stage. Op de werkvloer werk je uiteraard samen met alle andere leden van de vakgroep. In de eerste maanden van de stage kiest men één van de vakgroepleden als mentor, waarmee men laagdrempelig en informeel eventuele problemen kan bespreken.
Vakgroep Zuyderland
De vakgroep Gynaecologie van het Zuyderland MC bestaat uit 13 gynaecologen. Daarnaast zijn er 1 fellow urogynaecologie en één of meerdere chef de cliniques werkzaam zijn. Er wordt op twee hoofdlocaties gewerkt, Heerlen en Sittard-Geleen. In Heerlen ligt de nadruk op de operatieve zorg (electief en acuut), de acute zorg en de verloskunde. Op beide locaties wordt de poliklinische zorg in de volle breedte aangeboden en is er een poliklinische behandelkamer en zwangere-dagcentrum aanwezig. Binnen de vakgroep Gynaecologie is er veel aandacht voor innovatie (o.a. V-NOTES, virtual reality, implementatie ‘ik herstel app’), de juiste zorg op de juiste plaats (b.v. ontwikkeling van patiëntgericht centrum), wetenschap, kwaliteit van zorg en samenwerking (mProve).
Wij zijn onderdeel van het OOR-ZON, waarbij we het perifere deel van de opleiding tot gynaecoloog aanbieden. De opleiders zijn Martine Wassen (opleider) en Nicol Smeets (waarnemend opleider). Clusterbreed worden de volgende onderwijszaken georganiseerd: 4x per jaar regionale refereeravond, 4x per jaar clusteronderwijs, 1x per jaar clustersymposium. Lokaal wordt er 1x per 2 weken een ochtend onderwijs verzorgd door een van de gynaecologen. Daarnaast is er iedere ochtend een gezamenlijke overdracht, waarbij meerdere malen per week een PICO/CAT is ingepland. Ook zijn er meerdere malen per week besprekingen ingepland waarin protocollen, wetenschap, casuïstiek besproken worden. Tevens wordt er door de Zuyderland Academie discipline overstijgend onderwijs georganiseerd.
De vakgroep neemt deel aan de evaluatiecyclus volgens de format van het Leerhuis, de vakgroep- en de leden worden afwisselend geëvalueerd middels de D-rect en de MCTQ-methodes. De uitkomsten worden in het vakgroep overleg en in de arts-assistentenvergadering besproken. Er vindt viermaal per jaar een complicatiebespreking plaats. Wij participeren actief binnen de diverse landelijke onderzoekslijnen van het Consortium Obstetrie & Gynaecologie. Daarnaast zijn er ook lokale wetenschappelijke initiatieven. De vakgroep publiceert jaarlijks een jaarverslag, dit is op te vragen via ons secretariaat: secretariaatverloskunde@Zuyderland.nl.
Na het startgesprek en je inwerkperiode vindt er standaard 1x per 3 maanden een evaluatiegesprek met de stagebegeleider plaats. Indien dit vaker gewenst is, is dat uiteraard ook mogelijk. Tevens vindt er twee tot viermaal per jaar een opleidingsgesprek met de opleider plaats. Halfjaarlijks zal de opleider input vragen van alle stafleden over het functioneren van de differentiant, waarna dit wordt besproken in het opleidingsgesprek. Voor het bijhouden van verrichtingen, beoordelingen, leerdoelen etc. wordt gebruik gemaakt van Reconcept. De gehele vakgroep maakt hier ook gebruik van.
Binnen de vakgroep Obstetrie & Gynaecologie is er een actieve, hechte arts-assistentengroep. De groep heeft veel inbreng in de eigen opleiding. Elk kwartaal is er een genotuleerde opleidingsvergadering met participatie van de gehele vakgroep. Daarnaast vindt er tussendoor informeel overleg plaats met de arts-assistenten en de opleiders, zo nodig wordt de frequentie verhoogd. Een arts-assistentenvertegenwoordiger is actief aanwezig tijdens het maandelijkse vakgroep overleg. Een arts-assistent neemt deel aan polikliniek overleg. Deze rollen kunnen ook worden ingevuld door de differentiant. Actiepunten worden aangepakt middels de PDCA-methode. De sfeer is veilig en open, tijdens overlegmomenten (overdracht, vergadering) evenals gedurende de dagelijkse activiteiten/samenwerking.
