Differentiatiestage

De AIOS geraakt vertrouwd met :

• Anatomie van het in- en uitwendige neusskelet in relatie tot vorm en functie van de neus (stand sep­tum, afwijkingen benige piramide, in- en uitwendige klepfunctie);

• Methoden om onderscheid te maken tussen frame­work en mucosale pathologie in het kader van neusobstructie;

• (On)mogelijkheden van functionele en cosmetische neuschirurgie, alsmede de complicaties daarvan;

• Vergoedingsregels met betrekking tot neuschirurgie;

• Chirurgische anatomie van de neusbijholten nodig voor een endonasale operatieve benadering;

• Diagnostiek en interpretatie voor rhinitis, rhinosinusitis en tumoren in de neus en neusbijholten, dan wel pa­thologie van de voorste schedelbasis;

• Begrip van pathofysiologie van rhinitis en rhinosinusitis;

• Slijmvliesafwijkingen, zoals chronische rhinosinusitis met en zonder polyposis, papilloma inversum, tumo­ren en de ziektebeelden waarvan deze een onderdeel kunnen zijn;

• Complicaties van chirurgie (epistaxis, orbitahema­toom, liquorlekkage, meningitis) en mogelijke maatre­gelen (interventie dan wel adequate doorverwijzing);

• De optimale medicamenteuze therapie bij zowel acute als chronische infecties;

• De juiste indicatie voor operatief ingrijpen;

• Gebruik van navigatie bij bijholtenchirurgie;

• Onderscheiden van verschillende reuk- en smaakstoor­nissen, waaronder hyposmie, anosmie, parosmie en kakosmie;

• Oorzaken van reukverlies;

• Diagnostiek van reukstoornissen (reuktests);

• Behandeling ven reuk- en smaakverlies;

• Diagnostisch arsenaal van allergieën;

• Immuunsysteem in relatie tot allergieën;

• Pathofysiologische relatie met de onderste luchtwegen;

• De indicatie van medicatie en hyposensibilisatie;

• De behandeling van allergische shock, al dan niet als gevolg van desensibilisatie;

• Wetenschappelijk onderzoek op het gebied van rhinologie.

Opzet 6 maanden, parttime:

Gestreefd wordt naar 1-2 dagdelen chirurgie per week, uitgaande van een stage waarbij de AIOS 2 dagen per week aanwezig is gedurende 6 maanden. De AIOS zal de overige 2 dagdelen participeren in rhinologie- en algemene spreekuren. Het programma wordt in samenspraak met de stagesupervisor en de roosteraars gemaakt.

• Maand 1: eerste 2 weken meekijken op OK, daarna zelf doen waarbij de specialist superviseert
• Maand 2: zelfstandig met overleg
• Maand 3: toewerken naar verdere zelfstandigheid en verdieping, volgens bekwaamheidsniveaus zoals aangegeven in het schema
• Maand 4 t/m 6 (indien van toepassing): zelfstandig werken

Aan het eind van de stage zal een evaluatiegesprek plaatsvinden met de aangewezen bege­leider, dr. Reinartz, en zo mogelijk in combinatie met de algemeen opleider. Tijdens een voortgangsgesprek wordt halverwege de stage (dwz na 12 weken) de ontwikkeling van de AIOS besproken.

Bekwaamheidsniveau