Meander zorgt niet alleen voor uitdagend werk in een afwisselende omgeving, maar ook voor persoonlijke groei en ontwikkeling. Daarom krijg je een breed aanbod aan ontwikkelingsmogelijkheden, die je samen met onze opleidingscoördinatoren kunt invullen. Daarbij zoveel mogelijk rekening te houden met jouw wensen! Bekijk de mogelijkheden op onze website.
Duur: 6-12 maanden in Meander Medisch Centrum
Begeleider(s): Dr. M.J. Duk (gynaecologisch oncoloog), Dr. C. Gerestein (gynaecologisch oncoloog),
mw Dr. M. van Veenendaal, Drs. W. van Vliet
Inleiding
Deze stage is bedoeld voor die arts-assistenten die zich na hun opleiding willen bekwamen op het gebied van de gynaecologische oncologie. Deze stage biedt een unieke kans om kennis te maken met alle aspecten van deze differentiatie in een grote niet-academische kliniek. In ons modern geoutilleerde ziekenhuis onderwijzen wij de AIOS in alle competenties die nodig zijn om zich in de richting een toekomstige functie als Gynaecoloog met Oncologie als Aandachtsgebied (GOA) te kunnen profileren. In een krachtige leeromgeving is er veel aandacht op het gebied van organisatie, logistiek en specifieke kenmerken van de zorg op locatie.
Meander MC werkt op het gebied van de oncologie nauw samen met het UMCU Utrecht. Op het gebied van de gynaecologische oncologie is deze samenwerking sinds 2007 vorm gegeven binnen het regionaal Centrum Gynaecologische Oncologie (rCGO). Hierbij is de situatie in Meander MC in zoverre uniek, dat bij de sectie Gynaecologie geregistreerde gynaecologisch oncologen (GO) zijn aangesteld, te weten Jitze Duk en Kees Gerestein. Kees Gerestein is voor 70% in het UMCU aangesteld. Daarnaast zijn er twee gynaecologen met oncologie als aandachtsveld (GOA), te weten Willem van Vliet en Marjolein Veenendaal.
Door duidelijke verwijzingen vanuit de eerste lijn telefonisch of via het zorgdomein komt de patiënte na triage direct op het juiste spreekuur. Per jaar zien wij ca. 130 patiënten met een gynaecologische maligniteit en ca. 500 vrouwen met een pre-maligne aandoening op diverse poliklinieken.
Competenties en bekwaamheidsniveaus
Na het basisgedeelte van de opleiding, aan het eind van het 4e opleidingsjaar heeft de AIOS voor de oncologisch gerelateerde EPA’s de bekwaamheidsniveaus bereikt uit de 3e kolom van de onderstaande tabel. Het eerste doel van een differentiatie Gynaecologische Oncologie in het 5e en 6e opleidingsjaar is het bereiken van bekwaamheidsniveau 4 voor de thema’s basis OK hoog ingeschat risico en oncologie en bekwaamheidsniveau 5 voor de thema’s peri-operatieve zorg en kwetsbare oudere. Zie ook de basistabel in hoofdstuk 3.1
EPA’s op 3 ijkpunten mbt bekwaamheidsniveau 1-5 | IJkpunt I na 2 jaar (NU-kliniek) | IJkpunt II na 4 jaar (U-kliniek) | IJkpunt III Na 6 jaar | Na differentiatie in het 5e/6e jaar |
Basis OK hoog ingeschat risico | 2 | 3 | 4 |
|
Basis Oncologie | 2 | 3 | 3 | 4 na diff O |
Peri - operatieve zorg | 3 (2) | 4 (3) | 4 | 5 na diff O |
Kwetsbare oudere | 3 | 4 |
| 5 na diff O |
Daar waar het in de OOR Utrecht nagestreefde bekwaamheidsniveau afwijkt van het landelijk opleidingsplan (BOEG) is het bekwaamheidsniveau van het landelijk opleidingsplan eveneens vermeld, tussen ().
Specifieke leerdoelen:
- Van (pre) maligne gynaecologische tumoren de risicofactoren en de symptomatologie kennen.
- Na diagnostiek de follow-up en het beleid bepalen.
- Kennis van (palliatieve) pijnbestrijding.
- Basale kennis over radiotherapie en chemotherapie.
- Slechtnieuwsgesprek voeren, rouwverwerking herkennen en daarmee omgaan, omgaan met verdriet, angst of onzekerheid en boosheid van patiënten of hun partner.
- Kennis en toepassing van multidisciplinaire en NVOG-richtlijnen (www.oncoline.nl), overige kwaliteitsdocumenten bij thema ‘Oncologie’ (zie tabel) en protocollen van lopende wetenschappelijke onderzoeken.
- Voorlichting patiënten over beschikbare folders en brochures en over patiëntenverenigingen.
- Omgaan met en gebruik van EBM.
- Multidisciplinaire aanpak.
- Omgaan met de bestaande overlegstructuren en afspraken met betrekking tot verwijzingen.
- Omgaan met euthanasieverzoek.
- Met inzicht toepassen van basale chirurgische technieken (Cobraklapper chirurgische technieken).
- Ingrepen, oncologisch van aard, oa:
- kleine ingrepen vulva/vagina,
- cervix lisexcisie en exconisatie,
- (gefractioneerde) curettage,
- laparoscopische chirurgie inclusief hysterectomie, adnexectomie
- abdominale hysterectomie (AUE),
- overhechten blaas-/darmlaesie.
- OK verslaglegging.
- Overleg met patiënten en naasten.
- Basis chirurgische technieken kennis en anatomische kennis.
- Chirurgische technieken Cobra (app).
- Kennis en toepassing van multidisciplinaire en NVOG-kwaliteitsdocumenten bij thema ‘OK gemiddeld lage risicograad’ .
- Omgang met OK personeel.
- Leiding geven in acute situaties.
- Omgaan met complicaties, multidisciplinair complicatie behandelen en registratie.
- Kennis en toepassing van multidisciplinaire en NVOG-richtlijnen ‘OK hoog ingeschat risico’.
Leerdoelen met betrekking tot deelgebied- en/of overstijgende competenties:
1. Kennis hebben en toepassen van elementaire oncogenetische counseling.
2. Kennis en bijgewoond hebben van radicale gynaecologisch oncologische ingrepen (niveau 3).
3. Beheersen van het echoscopisch onderzoek en herkennen van oncologische problematiek van pelvis en abdomen (IOTA modellen de Risk of Malignancy Index).
4. Registreren, interpreteren, gebruiken en bespreken en kwaliteitsindicatoren oncologie van de NVOG, IGZ, ZiZo, ZN, DICA en zorgverzekeraars.
5. Lokale organisatie en uitvoering van landelijke en internationale multicenter (consortium) studies van met name Dutch Gynaecological Oncology Group (DGOG) en European Organization of Research on Treatment of Cancer (EORTC).
6. Kunnen coachen en superviseren van en feedback geven aan ANIOS, jongerejaars AIOS, co-assistenten, etc.
7. Ontwikkelen van ‘clinical leadership’.
Gynaecologische oncologie volgens BOEG
Thema’s differentiatie Gynaecologische Oncologie (GOA)
Competentie | Invulling | Toetsing/Portfolio |
Medisch handelen |
|
|
(CIN/VIN/VAIN/ endometriumhyperplasie) Diagnose en advies; Conservatieve behandeling | Diagnosticeert lege artis premaligne gynaecologische afwijkingen. Gebruikt lege artis medicamenteuze therapie voor premaligne gynaecologische afwijkingen. | KPB Voortgangstoets |
Specifieke handvaardigheid eisende behandeling
| Voert naast kolposcopie ook vulvascopie met biopten uit. Voert naast lisexcisie van de overgangszone van de cervix ook de ‘koud mes’ exconisatie uit. | OSATS |
Diagnose en advies; conservatieve behandeling
| Diagnosticeert lege artis patiënten met endometrium-carcinoom, herkent patiënten met (verdenking op) gevorderd stadium en/of hoog risico en bespreekt die in de lokale en regionale besprekingen (IKNL, video-conferencing UMCU). Verwijst conform de richtlijn indien indicatie voor radicale chirurgie of lymfadenectomie in het UMCU is gesteld. Bespreekt na PA uitslag alle patiënten in de multidisciplinaire bespreking voor eventuele indicatie adjuvante behandeling. Verzorgt follow up van behandelde patiënten. | KPB Voortgangstoets |
Specifieke handvaardigheid eisende behandeling | Behandelt volgens landelijke richtlijn waar het een AUE + BSO en TLH + BSO betreft. Is aan het eind van de differentiatie in staat deze ingrepen op niveau 4 uit te voeren. | OSATS |
Diagnose en advies; conservatieve behandeling
| Herkent en diagnosticeert door middel van incisie (stans) biopten vulvacarcinoom. Doet de eerste counseling. Bespreekt de patiënte in de lokale en regionale besprekingen (IKNL, video-conferencing UMCU). Verwijst conform de richtlijn indien indicatie voor radicale chirurgie of lymfadenectomie in het UMCU is gesteld. Bespreekt na PA uitslag alle patiënten in de multidisciplinaire bespreking voor eventuele indicatie (adjuvante) behandeling. Verzorgt follow up van behandelde patiënten. | KPB Voortgangstoets |
Specifieke handvaardigheid eisende behandeling | Is in staat (onder supervisie) een ruime lokale excisie uit te voeren bij Stadium T1AN0M0 tumoren. | OSATS |
Diagnose en advies Conservatieve behandeling
| Stelt de diagnose cervixcarcinoom. Doet na diagnostiek de eerste counseling en bespreekt de patiënte in de lokale en regionale besprekingen (IKNL, video-conferencing UMCU). Verwijst conform de richtlijn voor stagering en behandeling naar het UMCU. Doet na behandeling in het centrumziekenhuis follow up met extra aandacht voor psychoseksuele bijwerkingen. Eventuele radio/chemotherapie kan plaatsvinden in een regionaal centrumziekenhuis. | KPB Voortgangstoets |
Specifieke handvaardigheid eisende behandeling | Stelt diagnose d.m.v. colposcopie met biopt, lisexcisie of exconisatie. Behandelt micro-invasief carcinoom op locatie d.m.v. exconisatie en/of vormen van hysterectomie. | OSATS |
Diagnose en advies
| Diagnosticeert bij verdenking op ovariumcarcinoom. Brengt patiënte in kaart, gebruikt de IOTA en presenteert de patiënte in de lokale en regionale besprekingen (IKNL, video-conferencing UMCU). Onderhoudt de contacten in de diverse | KPB Voortgangstoets |
| multidisciplinaire teams met internist-oncoloog, chirurg, uroloog en verpleegkundig specialist. Zorgt voor adequate follow-up na behandeling. Is in staat om adequaat een asymptomatisch recidief op te sporen, indien dit behandelconsequenties heeft. Is in staat om gevolgen van de ziekte of de behandeling op te sporen, zowel fysiek als psychoseksueel. Herkent atypische rouwverwerking en verwijst zo nodig. Toont inzicht in de mogelijkheden andere hulpverleners. |
|
Specifieke handvaardigheid eisende behandeling | Participeert in debulkingschirurgie en de peri-operatieve zorg op locatie. | OSATS |
Diagnose en advies; conservatieve therapie
| Diagnosticeert mola en geeft juiste behandeladviezen. Bespreekt patiënte in de multidisciplinaire bespreking (IKNL, video-conferencing met UMCU) en regelt de patiëntregistratie en follow-up. Herkent risicopatronen. Maakt adequaat gebruik van methotrexaatbehandelingen (samenwerking met 3e lijn). | KPB Voortgangstoets |
Diagnostiek en advies | Herkent het moment van de overgang van curatief handelen naar palliatie en handelt daarnaar. Hanteert palliatieve pijnbestrijding of verwijst hiervoor. Kent de IKNL richtlijnen voor palliatieve zorg. | KPB Voortgangstoets |
Communicatie | Communiceert effectief met verwijzers, medebehandelaars en centrumziekenhuis. Geeft patiënten juiste informatie geven over het diagnostische en behandeltraject van alle gynaecologische (pre) maligniteiten. Brengt de switch van curatief naar palliatief beleid goed over. Voert adequaat een slecht nieuws gesprek. Biedt beschikbare folders en brochures en informatie over patiëntenverenigingen (websites) aan. | KPB |
Kennis en Wetenschap | Werkt volgens EBM en Oncoline richtlijnen. Includeert patiënten in lopende studies. | KPB
1 protocol(revisie) |
Samenwerking | Hanteert zo veel mogelijk het nationale of regionale protocol van diagnostiek, stadiumindeling en behandeling. Neemt binnen het eigen ziekenhuis de centrale rol op zich in de diagnostiek en behandeling van patiënten met verdenking gynaecologische (pre)maligniteit. Neemt de rol van casemanager op zich. Overlegt voor complexere diagnostische of beleidsmatige casus effectief met Gynaecologisch Oncologisch consulent uit centrumziekenhuis. Participeert in regionale IKNL bespreking. | KPB 360° beoordeling
Voorzitten bespreking |
Maatschappelijk handelen | Kan omgaan met euthanasie verzoek en palliatieve sedatie. Zet transmurale zorgmogelijkheden effectief in. Handelt volgens de principes van goede ouderenzorg. |
|
Professionaliteit | Kan omgaan met patiënten met een oncologische aandoening. Herkent pathologische verwerking. Gaat adequaat om met verdriet, angst, onzekerheid en boosheid van patiënten of hun partner (professioneel gedrag). Gaat professioneel om met verschillende overtuigingen rondom ziekte en levenseinde. Houdt behandelresultaten bij en spiegelt deze aan (inter) nationale cijfers. Reflecteert op eigen handelen en beleving. Erkent grenzen en (locatiegebonden) beperking van behandelmogelijkheden. | 360° beoordeling |
Opleidingsactiviteiten
Poliklinieken
Oncologiepoli: 3x per week, waarvan 2 door eigen GO; alle met parallel spreekuur Verpleegkundig Specialist Oncologie (VSO). Op dit spreekuur worden patiënten met (verdenking op) een gynaecologische maligniteit gezien. Alle uitslagen van histologisch, beeldvormend – en laboratoriumonderzoek worden met hen besproken, nadat in het multi-disciplinair overleg (MDO) per videoconferencing met het UMCU dit is voorbesproken en het beleid is bepaald. Indien de patiënt geopereerd moet worden kan de patiënt in principe binnen twee weken worden ingepland. In dit gehele traject worden zij en haar naasten begeleid door de VSO. Door de constructie van een parallel spreekuur is opvang, voorlichting en begeleiding in de breedste zin direct voorhanden en de continuïteit van zorg gewaarborgd.
CIN spreekuur: op maandag, woensdag en donderdag: een diagnostisch en therapeutisch traject waar de patiënt wordt voorgelicht, gediagnosticeerd en behandeld. De logistiek van het CIN spreekuur is door meerdere ziekenhuizen overgenomen en met een innovatieprijs bekroond.
Polikliniek Abnormaal Vaginaal Bloedverlies (AVB-poli): 1 dagdeel per week
Besprekingen
Wekelijkse IKNL Oncologiebespreking op vrijdag: Video-conferencing met binnen het rCGO participerende ziekenhuizen.
Chirurgie
Ambulante polikliniek: 2 dagdelen per week.
Operatieve ingrepen (poliklinische operatiekamer – POK): 2-3 dagdelen per 2 weken.
Dataregistratie
Deze vindt plaats m.b.v. ICT applicaties en wordt uitgevoerd door een eigen, bij de vakgroep aangestelde, registratie-assistente, die samen met de differentiant de besprekingen voorbereidt, notuleert en terugkoppelt naar de eerste lijn en andere behandelaars. Ook verzorgt zij samen met de differentiant de data-registratie t.b.v. de kwaliteitsindicatoren en voor het landelijk registratie- en kwaliteitsconsortium DICA (Dutch Institute for Clinical Auditing), onder het DGOA (http://dgoa.clinicalaudit.nl) .
Iedere twee jaar leggen wij in een verslag verantwoording af voor de kwaliteit van zorg.
Wetenschap
Bij onze vakgroep participeren wij in diverse onderzoeken, zoals de FOCUS studie en de TOPIC-2 studie. Wetenschappelijk onderzoek wordt gestimuleerd en wij faciliteren bezoek aan ledenvergaderingen (WOG, WTT en WCU) en congresbezoek (zoals AACR, SGO, ESGO en IGCS) waar mogelijk. Hiervoor staat een budget ter beschikking.
Rooster
Dag | Dagdeel | Programma |
Ma | Ochtend | Dagbehandeling, CIN spreekuur |
Middag | Polikliniek Abnormaal Vaginaal Bloedverlies (AVB-poli) | |
Di | Ochtend | OK |
Middag | Alternerend OK en Oncologiespreekuur | |
Wo | Ochtend | Alternerend OK en Oncologiespreekuur |
Middag | Poliklinische bespreking; CIN-/Oncologiespreekuur; IKNL-bespreking |
Do | Ochtend | Dagbehandeling CIN spreekuur (lisexcisies) |
Middag | Studie / administratie / voorbereiding tumour board etc. | |
Vrij | Ochtend | Tumour Board / Videoconferencing UMCU |
Middag | Poli / onderwijs |
Lidmaatschappen:
- Werkgroep oncologische gynaecologie (WOG) NVOG
- Werkgroep cervix uteri NVOG
- ESGO
- IGS
Nascholing:
- WOG cursus
- WOG vergaderingen
- Bijwonen meeting ESGO of IGCS
Voortgang en toetsing
Tijdens het introductiegesprek-, voortgangs- en eindgesprek wordt het plan voor de stage en het individueel opleidingsplan opgesteld, besproken, aangepast en beoordeeld.
Gesprekken | |
Introductiegesprek | 1x |
Voortgangsgesprek | 4x |
Eindgesprek | 1x |
Toetsing | |
KPB/ OSATS | >10x |
Verslag cursus | 2x |
Voortgangstoets | 1 x |
360 graden multisource feedback | 1 x |
CAT | 2 x |
Wetenschappelijke publicatie of voordracht | 1x |
Bekwaamverklaring | Zie Lokaal Opleidingsplan |
Geschiktheidsverklaring | 1x |
Portfolio: | aantallen operaties (zelf gedaan en geassisteerd), cursussen en documentatie ziektebeelden |