terug

Differentiatiestage Voortplantingsgeneeskunde

Voortplantingsgeneeskunde

Duur
6 maanden
12 maanden
Wat gaat de aios leren?

Binnen de differentiatiestage Voortplantingsgeneeskunde (duur zes tot twaalf maanden) vindt verdieping plaats binnen het basisthema de algemene voortplantingsgeneeskunde, en binnen één of meerdere speciële thema’s (geassisteerde reproductieve technieken / IVF en endometriose). De stage-indeling en bijbehorende werkzaamheden zullen in overleg met de differentiatie-AIOS worden vastgesteld. Binnen het speciële thema geassisteerde reproductieve technieken / IVF dient een significant deel van de stage hieruit te bestaan.

Wetenschappelijk onderzoek en onderwijs vormen een wezenlijk onderdeel van de werkzaamheden binnen de stage. Voorafgaand aan de stage wordt uw bijdrage hieraan bepaald. Ten aanzien van wetenschappelijk onderzoek zal dat bestaan uit actieve deelname aan lopende projecten of een door de differentiatie-AIOS bij voorkeur binnen de stageperiode uit te werken onderzoeksonderwerp. Tevens participeert de differentiatie-AIOS in onderwijs aan co-assistenten en AIOS.

Basisthema algemene voortplantingsgeneeskunde

Medisch handelen

  • Verricht oriënterend fertiliteitsonderzoek.
  • Counselt over diagnose, prognose en beleid.
  • Voert ovulatie-inductie, milde ovariële hyperstimulatie en intra-uteriene inseminatie uit.
  • Heeft kennis van IVF, ICSI, PESA en PGD . Heeft kennis van OHSS. Doet spreekuur mee met IVF-arts, uroloog en klinisch geneticus.
  • Heeft kennis van spoed-IVF / fertiliteitspreservatie bij vrouw en man.
  • Heeft kennis van het gebruik van donorgameten.
  • Heeft kennis van fertiliteits-bevorderende chirurgie.
  • Heeft kennis van endometriosezorg (diagnostiek en behandeling). Doet spreekuur mee met endometriose-gynaecoloog.
  • Counselt over psychosociale en seksuologische impact van subfertiliteit en fertiliteitsbehandeling. Doet spreekuur mee met seksuoloog.
  • Onderzoekt complexe endocriene stoornissen, inclusief primaire amenorroe, puberteitsstoornissen, premature ovariële insufficiëntie, hyperandrogenisme / hirsutisme, hyperprolactinemie en climacteriële klachten. Zet hierbij passende diagnostiek (laboratoriumonderzoek en beeldvorming) en behandeling in, eventueel in samenwerking met (kinder)endocrinoloog. Doet spreekuur mee met endocrinoloog en kinderendocrinoloog.

Communicatie

  • Counselt adequaat over kansen en risico’s.
  • Herkent en wijst de weg voor psychosociale problematiek.
  • Counselt over leefwijze.

Kennis en wetenschap

  • Gebruikt EBM in de praktijk.
  • Heeft kennis van en handelt conform landelijke en lokale richtlijnen.
  • Counselt over deelname aan klinische trials.
  • Participeert in wetenschappelijk onderzoek.
  • Neemt deel aan (inter)nationale congressen en cursussen (bv ESHRE Campus Course).

Samenwerking

  • Geeft leiding aan behandelteam.
  • Superviseert co-assistenten en AIOS.
  • Participeert actief in halfjaarlijkse regio-avonden.
  • Maakt kennis met leden van overige disciplines met wie wordt samengewerkt.

Organisatie

  • Zorgt voor een patiëntvriendelijke en flexibele logistiek.
  • Participeert in het wekelijkse divisie-overleg.

Maatschappelijk handelen

  • Zorgt voor goede verspreiding van kennis bij patiënten.
  • Heeft kennis van mogelijke morele contra-indicaties voor fertiliteitsbehandeling. Bezoekt, indien van toepassing, een vergadering van de Commissie Medisch Ethische Aangelegenheden.

Professionaliteit

  • Kent de eigen grenzen.
  • Reflecteert op eigen handelen en beleving.
  • Spiegelt de behandelresultaten aan de nationale en internationale cijfers.

Specieel thema geassisteerde reproductieve technieken / IVF

Medisch handelen

  • Voert IVF-stimulaties uit.
  • Voert ovum pick-ups uit (onder stricte supervisie).
  • Voert embryo transfers uit.
  • Maakt kennis met de werkzaamheden binnen het VPG-laboratorium (semenanalyse, ovum pick-up, ICSI, biopsie, embryo transfer).
  • Behandelt IVF-complicaties poliklinisch en klinisch (bloeding, infectie, buikpijn, OHSS).

Communicatie

  • Counselt adequaat over kansen en risico’s.
  • Herkent en wijst de weg voor psychosociale problematiek.
  • Counselt over leefwijze.
  • Voert evaluatiegesprekken en eindgesprekken.

Kennis en wetenschap

  • Gebruikt EBM in de praktijk.
  • Heeft kennis van en handelt conform landelijke en lokale richtlijnen.
  • Counselt over deelname aan klinische trials.
  • Participeert in wetenschappelijk onderzoek.
  • Neemt deel aan (inter)nationale congressen en cursussen (bv ESHRE Campus Course).

Samenwerking

  • Geeft leiding aan behandelteam.
  • Participeert actief in halfjaarlijkse regio-avonden.

Organisatie

  • Zorgt voor een patiëntvriendelijke en flexibele logistiek.

Maatschappelijk handelen

  • Zorgt voor goede verspreiding van kennis bij patiënten.
  • Heeft kennis van mogelijke morele contra-indicaties voor fertiliteitsbehandeling. Bezoekt, indien van toepassing, een vergadering van de Commissie Medisch Ethische Aangelegenheden.

Professionaliteit

  • Kent de eigen grenzen.
  • Reflecteert op eigen handelen en beleving.
  • Spiegelt de behandelresultaten aan de nationale en internationale cijfers.

Specieel thema endometriose

Medisch handelen

  • Participeert in de poliklinische en klinische zorg voor endometriose-patiënten met kinderwens en/of pijnklachten.
  • In staat om de diagnose endometriose (diep invasief en peritoneaal) te stellen.
  • In staat om beeldvorming adequaat te interpreteren.
  • In staat om een behandelplan op te stellen, inclusief indicatiestelling en counseling van operatieve ingrepen.
  • Heeft aandacht voor seksuologische problemen.
  • Verricht pre-/peri-/postoperatieve zorg.
  • In staat om een diagnostische laparoscopie, coagulatie van endometriose en cystectomie uit te voeren.
  • In staat om adequaat te assisteren bij diepe invasieve endometriose-operaties.

Communicatie

  • Counselt adequaat over diagnose en behandeltraject. Is in staat diverse therapie-alternatieven te bespreken om uiteindelijk gezamenlijk tot een besluit te komen.
  • Bespreekt informed consent.
  • Biedt beschikbare schriftelijke informatie aan (inclusief informatie over patiëntenvereniging).
  • Herkent en wijst de weg voor psychosociale problematiek.

Kennis en wetenschap

  • Gebruikt EBM in de praktijk.
  • Heeft kennis van en handelt conform internationale, landelijke en lokale richtlijnen.
  • Participeert in wetenschappelijk onderzoek.

Samenwerking

  • Geeft leiding aan behandelteam.
  • Participeert actief in halfjaarlijkse regio-avonden.

Organisatie

  • Zorgt voor een patiëntvriendelijke en flexibele logistiek.
  • Participeert actief in het multidisciplinaire endometriose-overleg.

Maatschappelijk handelen

  • Zorgt voor goede verspreiding van kennis bij patiënten.
  • Heeft kennis van mogelijke morele contra-indicaties voor fertiliteitsbehandeling. Bezoekt, indien van toepassing, een vergadering van de Commissie Medisch Ethische Aangelegenheden.

Professionaliteit

  • Kent de eigen grenzen.
  • Houdt complicatieregistratie bij.
  • Reflecteert op eigen handelen en beleving.
  • Kan omgaan met patiënten met chronische buikpijn. Herkent pathologische verwerking. Gaat adequaat om met verdriet, angst, onzekerheid en boosheid van patiënten of hun partner.

Bekwaamheidsniveaus (algemeen)

6 maanden 12 maanden

Laparoscopie met tubatesten niveau 4 niveau 5

Diagnostische laparoscopie niveau 3 niveau 4

Laparoscopische cystectomie niveau 4 niveau 5

TLH niveau 2 niveau 3-4

Hoe ga ik leren?

We hanteren voor het leren kennen van de kliniek (incl. verloskamers) een inwerkperiode van enkele weken. Bij het begin van de stage wordt een POP opgesteld. Vier keer per jaar vindt er een evaluatie plaats met de opleiders. Voor de beoordeling en toetsing wordt gebruik gemaakt van het digitale EPASS portfolio van de universiteit van Maastricht, waarin o.a. OSATS en KKB’s zijn opgenomen.

Het concrete weekrooster zal in samenspraak met de AIOS worden uitgewerkt, daarbij ook rekening houdend met specifieke wensen, eventuele roostervrije dagen en tijd voor wetenschappelijk onderzoek. Indien gewenst, kunnen ook deelstages bij de andere specialismen. Conform de BOEG-richtlijn zal gemiddeld 1 dag per week besteedt worden aan andere gynaecologische en obstetrische vaardigheden.We hanteren voor het leren kennen van de kliniek (incl. verloskamers) een inwerkperiode van enkele weken. Bij het begin van de stage wordt een POP opgesteld. Vier keer per jaar vindt er een evaluatie plaats met de opleiders. Voor de beoordeling en toetsing wordt gebruik gemaakt van het digitale EPASS portfolio van de universiteit van Maastricht, waarin o.a. OSATS en KKB’s zijn opgenomen.

Het concrete weekrooster zal in samenspraak met de AIOS worden uitgewerkt, daarbij ook rekening houdend met specifieke wensen, eventuele roostervrije dagen en tijd voor wetenschappelijk onderzoek. Indien gewenst, kunnen ook deelstages bij de andere specialismen. Conform de BOEG-richtlijn zal gemiddeld 1 dag per week besteedt worden aan andere gynaecologische en obstetrische vaardigheden.

Show-and-tell

Vakgroep Obst&Gyn MUMC+

Binnen het vakgebied Obstetrie & Gynaecologie worden drie deelgebieden cq divisies onderscheiden: (1) de Obstetrie / Perinatologie, inclusief de prenatale diagnostiek en therapie, (2) de Gynaecologie waarbinnen de gynaecologische oncologie en de algemene Gynaecologie en (3) de Voortplantingsgeneeskunde (VPG). De seniorstaf bestaat uit 19 personen inclusief 3 hoogleraren voor de deelgebieden Obstetrie (prof. dr. J.G. Nijhuis en prof. dr. M. Spaanderman), VPG, en gynaecologische oncologie (prof. dr. R.F.P.M. Kruitwagen). Prof. dr. J.G. Nijhuis is hoofd van de afdeling en voorzitter van de vakgroep.

Het MUMC maakt deel uit van de opleidingscluster Zuid-Oost-Nederland. Prof. dr. R. Kruitwagen is opleider, dr. T. Van Gorp is plaatsvervangend opleider. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat de differentiatiestage niet interfereert met de opleiding van de overige AIO’s.

De AIO’s vormen de juniorstaf van waaruit een afvaardiging (in principe 2 AIO’s) deelneemt aan de seniorstafvergaderingen m.u.v. het besloten deel waarin specifiek AIO’s besproken worden. Jaarlijks worden 6 opleidingsvergaderingen gepland (waarbij senior- en juniorstaf aanwezig) waarbinnen specifieke opleidings-vraagstukken en eventuele knelpunten worden besproken. Ook deze vergaderingen eindigen met een besloten gedeelte bestemd voor juniorstaf, opleider en plaatsvervangend opleider, voor het bespreken van eventuele problemen met seniorstafleden. De AIO’s maken in principe zelf een concept lange termijn rooster (indeling stages) zowel als dienstenschema wat vervolgens ter goedkeuring wordt voorgelegd aan opleider e/o plaatsvervangend opleider.

Het Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde van het Maastricht UMC+ is een derdelijns centrum voor IVF, pre-implantatie genetische diagnostiek (PGD) en endometriose (topreferente functie). De divisie Voortplantingsgeneeskunde van het MUMC+ bestaat uit drie gynaecologen, waarvan twee geregistreerde subspecialisten; één van hen is tevens seksuoloog. De operatieve endometriose-zorg wordt verricht door twee gynaecologen met als aandachtsgebied minimaal invasieve chirurgie / endometriose. VPG en/of endometriose operaties vinden 1x per 2 weken op maandag, 1x per maand op woensdag, 1x per maand op donderdag (dagcentrum) en 1x per maand op vrijdag plaats. Er is, zowel op klinisch als op wetenschappelijk gebied, een hechte samenwerking met de disciplines klinische genetica, endocrinologie, kinderendocrinologie, chirurgie, urologie, radiologie en medische psychologie / seksuologie.

Alle opleidingsonderdelen in deze instelling