terug

Differentiatiestage

Otologie

Wat gaat de aios leren?

Deze differentiatie is bedoeld om ‒ naast het versterken van de competenties verworven tijdens de eerste vier jaar van de opleiding ‒ een opleidingsaccent aan te brengen. Dit betreft het opdoen van extra kennis en vaardigheden in de thema’s: audiologie/ gehoorrevalidatie; chronische otitis media; reconstructieve middenoorchirurgie; hersenzenuwen/ schedelbasis en vestibulologie. Aan het eind van de stage ben je in staat om op de polikliniek in de volle breedte van de otologie te beheersen, m.n.:

  • Cholesteatoom behandelopties
  • Revalidatie opties: BCD, CI, hoortoestel
  • Beleid bij vestibulair schwannoom, tinnitus, pulsatiele tinnitus, otalgie, vestibulaire aandoeningen etc.

Voorwaarde voor differentiatie otologie

Voorafgaand aan de start van de differentiatie otologie moet het boorschema af zijn.

Hoe ga ik leren?

 

Programma

Het programma wordt in samenspraak met de stagesupervisor en de roosteraars gemaakt. Gestreefd wordt naar 3 dagdelen oorchirurgie per week (afhankelijk van aanbod en beschikbaarheid AIOS die week). Het programma is afhankelijk van het aantal mede-vijfdejaars met dezelfde differentiatie en het aantal overige aios en kan indien nodig of gewenst uitgesmeerd worden over een langere periode. Overige dagdelen worden met algemene KNO-heelkunde gevuld.

Specifieke aandachtspunten:

  • Participeren in otologische intake spreekuren en bijwonen van schedelbasis-, Cochleair Implantatie-, evenwicht-, en moeilijke conductieve gehoorverliezen-besprekingen.
  • Een presentatie op de KNO-vergadering m.b.t. een otologisch onderwerp (geen case report).
  • Insturen van een of meerdere wedstrijdbotten.
  • Actieve deelname in een otologische richtlijn/ folder/ klinisch onderwijs.

Kennis en vaardigheid

De differentiant:

  • heeft kennis van de chirurgische anatomie en beeldvorming van het os petrosum en de omgevende structuren;
  • heeft kennis van de juiste inzet en interpretatie van aanvullende audiologische en beeldvormende (differentiaal)diagnostiek;
  • heeft kennis van timing en toepasbaarheid van verschillende behandelmogelijkheden van chronische otitis media (COM) met en zonder cholesteatoom;
  • heeft kennis van de verschillende reconstructieve behandelingen (bij otosclerose, BAHA en elektrische middenoor- en binnenoorprothesen) en kan een afweging maken bij de indicatiestelling hiertoe;
  • bespreekt in teamverband de diagnostische resultaten van de meest voorkomende schedelbasispathologie in het licht van therapeutische mogelijkheden;
  • legt op adequate wijze de risico’s uit van verschillende vormen van oorchirurgie en bespreekt alternatieven;
  • doet chirurgische vaardigheden op het gebied van sanerende en reconstructieve oorchirurgie op, onder beperkte supervisie;
  • zorgt voor de juiste verslaglegging o.a. in de vorm van een adequaat OK-verslag en correspondentie richting verwijzer en de huisarts.

Operatieve handelingen

De operatieve handelingen (ESA’s) voor deze differentiatie zijn weergegeven in de matrix otologie (ENTER2).

Toetsing

OSATS betreffende een aantal van de volgende verrichtingen:

  • Mastoidectomie
  • Atticoantrotomie
  • Posterieure tympanotomie
  • Verwijderen van cholesteatoom
  • Meatusplastiek
  • Myringoplastiek
  • Ketenreconstructie

KPB’s betreffende uit de leerdoelen voortkomende activiteiten, zoals:

  • Interpretatie van diagnostische bevindingen (beeldvormend en audiologisch onderzoek).
  • Bespreken van verschillende behandelmogelijkheden.
  • Bespreken operatieve risico´s.
  • Postoperatieve visite.
  • Participatie in multidisciplinaire besprekingen.
  • Verslaglegging en correspondentie.

Aan het eind van de stage zal een evaluatiegesprek plaatsvinden met de aangewezen supervisor (otoloog).

 

Alle opleidingsonderdelen in deze instelling