Programma
Gestreefd wordt naar 1-2 dagdelen chirurgie per week gedurende 6 maanden. Verder zal de differentiant participeren in het pediatrisch spreekuur KNO, multidisciplinair ademkind spreekuur, schisisspreekuur, en multidisciplinaire werkgroepen zoals het Amsterdam-trachea-team (ATT) en de werkgroep bovenste luchtwegobstructie (inclusief voorbereiding). Er zal ruimte geboden worden om enkele dagdelen mee te kijken bij de kinderlogopedie. Betrokkenheid bij, naar keuze, kinderIC, kinderanesthesiologie, genetica en kinder-(plastische) chirurgie) wordt actief aangemoedigd. De overige dagdelen worden met algemene KNO-heelkunde gevuld.
Het programma is mede afhankelijk van het simultane aantal differentianten pediatrische KNO en differentianten laryngologie.
Doelstellingen
Beheersen van de poliklinische, klinische en chirurgische basiszorg betreffende pediatrische KNO pathologie. Daarbij is de differentiant voor het operatieve deel afhankelijk van
- de leerwensen van de individuele differentiant (het IOP);
- de actuele expositie aan diverse pathologie gedurende de stage;
- de keuzes die uit het aanbod worden gemaakt o.b.v. de bovenstaande twee punten.
Competenties
De differentiant
- heeft kennis van congenitale en verworven aandoeningen van de bovenste luchtwegen (o.a. choanaalatresie, functiestoornissen van de larynx, larynx/trachea-obstructies, OSAS, infectieuze pathologie, corpora aliena);
- kan bovenstaande pathologie correct diagnosticeren m.b.v. flexibele en starre endoscopie en de ernst van de afwijkingen beoordelen;
- heeft kennis van de verschillende behandelmogelijkheden van deze ;
- iIs in staat een behandelplan op te stellen t.a.v. bovenstaande problematiek, inclusief (contra)indicaties, voor- en nadelen en alternatieven;
- kan op adequate wijze voorlichting geven over de consequenties van bovenstaande problematiek, mogelijke behandelopties en mogelijke complicaties van deze behandelingen;
- kan adequate voorlichting geven over soms onverwacht ernstige beloop van luchtwegaandoeningen (intubatie, tracheotomie, IC-verblijf);
- kan ouders instrueren met betrekking tot canulezorg;
- heeft kennis van canulezorg, kan hierin adviseren en kan canules wisselen;
- Verwerft chirurgische vaardigheden op het gebied van de luchtwegchirurgie onder supervisie
- herkent veel voorkomende syndromen en bijkomende (mogelijke) KNO-pathologie (o.a. Down, 22q11, CHARGE, VACTERL);
- heeft kennis van congenitale weke delen pathologie;
- heeft kennis van behandelopties voor kwijlen;
- zorgt voor de juiste verslaglegging o.a. in de vorm van een adequaat OK-verslag en correspondentie richting verwijzer en de huisarts.
- is in staat de regie te nemen bij multidisciplinaire behandeling en voorziet medebehandelaars (kinderarts, intensivist, anesthesist, thoraxchirurg, operatieassistenten) van relevante informatie;
- heeft kennis van relevante literatuur/ richtlijnen.
Toetsing
OSATS betreffende een aantal van bovengenoemde verrichtingen met in ieder geval:
- Diagnostische laryngotracheobronchoscopie
- Therapeutische (micro)laryngoscopie
- Tracheotomie
KPB’s betreffende uit de leerdoelen voortkomende activiteiten, zoals:
- Interpretatie van diagnostische bevindingen (scopie, radiologie)
- Bespreken van verschillende behandelmogelijkheden
- Begeleiden canuletraject
- Bespreken van operatieve risico’s
- Participatie in multidisciplinaire besprekingen
- Verslaglegging en correspondentie
Aan het eind van de stage zal een evaluatiegesprek plaatsvinden met een van de aangewezen supervisoren.