terug

Differentiatiestage Pijn en palliatieve geneeskunde

stage differentiatie pijnbestrijding en palliatieve geneeskunde

Duur
12 maanden
6 maanden
Wat gaat de aios leren?

Differentiatie Pijngeneeskunde opleidingsjaar 4 en 5 – 24 maanden parttime

De differentiatie tot pijnspecialist wordt door de ouderejaars AIOS deels gevolgd in een kliniek met een volledige opleidingserkenning en deels in een regionale kliniek met een gedeeltelijke erkenning. Dit in verband met de diversiteit aan pathologie en behandelvormen die de pijnspecialist in opleiding moet leren kennen.

Landelijk is de totale duur van de differentiatie op 12 maanden vastgesteld. AIOS pijngeneeskunde in opleiding in het AMC lopen in opleidingsjaar 4 en 5 een parttime stage van 24 maanden. Parttime betekent in dit geval doorgaans 2 dagen in de week pijngeneeskunde en 2 dagen in de week OK (nader in te vullen naar % aanstelling). Met deze indeling is maximale follow-up  van pijnpatiënten mogelijk gemaakt, evenals het kunnen combineren van de werkzaamheden van de pijngeneeskunde en met die op OK. Dit geeft de AIOS een representatief beeld van het vak van de anesthesioloog-pijnspecialist. Aan het eind van de opleiding anesthesiologie zal de AIOS voldoen aan alle vereisten voor registratie als pijnspecialist.

Vanuit het Amsterdam UMC wordt de differentiatie o.a. vormgegeven samen met Noordwest Ziekenhuisgroep (Noordwest). Op beide plaatsen zal de AIOS 10 maanden parttime stage lopen. De AIOS start de pijnstage in Noordwest


Zowel in het AMC als in Noordwest begint de verdiepingsstage met een inwerkperiode. De AIOS wordt geadviseerd de workshop met kadavers voor het einde van de inwerkperiode te hebben afgerond.

De AIOS krijgt de optie om zich in de laatste 4 maanden van de differentiatie te profileren. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om te verdiepen in pijn bij kinderen, neuromodulatie/epiduroscopie, revalidatie of palliatieve zorg of verslavingszorg. Daarnaast is het mogelijk mee te lopen met aanpalende disciplines zoals de fysiotherapeut, de klinisch psycholoog of de neurochirurg. Ook is er de optie om in een andere kliniek pijnstage te lopen, zowel nationaal als internationaal met inacht houding van de landelijke afspraken voor de opleiding tot anesthesioloog. Voortzetting van de stage in het AUMC of Noordwest is ook mogelijk. De invulling van de profileringsmaanden gebeurd op initiatief van de AIOS en in samenspraak met de beoordelend opleider en pijnopleiders.    

Het superviseren van jongerejaars AIOS/pijnmedewerkers en het verzorgen van onderwijs in het keuzeblok pijn van de geneeskundeopleiding zullen aan het takenpakket van de meer gevorderde differentiant toegevoegd worden. Daarnaast neemt de AIOS in het AUMC deel aan wekelijks pijnonderwijs. Hieraan zal ook het pijnteam van Noordwest met regelmaat (op afstand) deelnemen. Het lokale onderwijs sluit waar mogelijk aan bij het landelijke pijnonderwijs waaraan de AIOS deelneemt.

De AIOS neemt in het vijfde opleidingsjaar deel aan het internationale EFIC examen (op dit moment enkel deelname verplichting). Dit is een tweedelig examen: deel 1 is multiple-choice kennistoets en deel 2 is een competentietest in de vorm van OSCEs. De AIOS kan hier geheel zelfstandig voor leren of tevens de stageklinieken inschakelen voor oefening.

 

 

Tijdens de pijndifferentiatie werkt de AIOS aan de volgende EPA’s:

PP-2

Management van chronische benigne pijn 

Supervisieniveau 5

PP-3

Management van oncologische pijn en palliatieve zorg

Supervisieniveau 5

PP-4

Vaststellen en behandelen van mechanische wervelkolom gerelateerde pijn

Supervisieniveau 4

PP-5

Vaststellen en behandelen van neurogene wervelkolom gerelateerde pijn

Supervisieniveau 4

PP-6

Vaststellen en behandelen van hoofd- en aangezichtspijn

Supervisieniveau 4

PP-7

Vaststellen en behandelen van vasculaire pijn

Supervisieniveau 4

PP-8

Vaststellen en behandelen van perifere & centrale zenuwpijn

Supervisieniveau 4

PP-9

Vaststellen en behandelen van viscerale pijn

Supervisieniveau 4


Zowel in Noordwest als in het AUMC is het mogelijk om aan alle EPA’s te werken. De hoofdfocus tijdens de eerste 10 maanden in Noordwest zal liggen op EPA PP-1, PP-2, PP-4, PP-5 en PP-9. In de daarop volgende 10 maanden in het AMC zal de hoofdfocus verschuiven naar EPA PP-3, PP-6, PP-7 en PP-8. Hiermee maken de klinieken gebruik van elkaars aanvullende expertises. Beide centra hebben up-to-date voorzieningen op behandelkamers en spreekkamers. Op beide locaties is de AIOS een actief onderdeel van het palliatieve team en de MDO’s. 

De pijndifferentiant verzamelt de volgende elementen in het portfolio:

  • KPE’s, DOPS, CBD’s op beide locaties;
  • 360 graden feedback op beide locaties, inclusief feedback van patiënten;
  • Certificaat Stralingshygiëne;

 

Aanwezigheid/certificaten onderwijs en congressen (lokaal en landelijk);

  • Certificaat simulatieonderwijs;
  • Bewijs deelname EFIC examen;
  • Verslagen van de stage eindgesprekken op beide locaties.

 

Voor bekwaamverklaring op de EPA’s verzameld de AIOS gedurende de differentiatie EPA beoordelingen. Dit vraagt per EPA ten minste 3 supervisors die aangeven dat zij supervisieniveau 4 of 5 van toepassing achten. Deze EPA beoordelingen mogen locatie overstijgend zijn.

Samenwerkende instellingen
Amsterdam UMC
Amsterdam UMC, locatie AMC
Amsterdam UMC, locatie VUmc
Alle opleidingsonderdelen in deze instelling